De gelukshype moe
Een tijd lang waren we druk-druk-druk. Wat we deden maakte zo ongeveer geen r**t uit, zolang we maar volledig door iets werden opgezogen en we ons vooral niet leken te vervelen. Wie druk was, telde mee. Toen opeens was het druk zijn taboe; van kenmerk van succesvol en bevlogen leven tot teken van niet in controle zijn. Authenticiteit werd het nieuwe modewoord. Flarden als in je kracht en vanuit je kern kwamen daarbij regelmatig voorbij. En nu is het geluk dat zegeviert. Ons leven, zowel zakelijk als privé, als een grote, kleurrijke regenboog. Geluk als het ultieme streven.
Dankzij Happinez is iedereen blij
Ik herinner me de reactie van een vriendin, nu bijna tien jaar geleden, toen ik haar vroeg hoe het met haar ging. Het tweede nummer van Happinez was net verschenen. Ze antwoordde: “Ik heb Happinez ontdekt. Mijn leven kan niet meer stuk.” Meer nog dan een sarcastische verwijzing naar het geluk dat het magazine claimt te brengen, hekelde ze met de opmerking zichzelf. De opmerking reist sindsdien met mij mee; herinnert me er steeds weer aan dat geluk niet tussen de potten pindakaas bij de supermarkt te koop is.
De verkoopcijfers van geluk

Dat geluk niet iets is dat je bij bol.com bestelt, weten we natuurlijk eigenlijk wel. Toch lijken we het net zo makkelijk te vergeten. Schrijf een boek met geluk in de titel en ram er een onderschrift over succes bij en je hebt een bestseller te pakken. Geluk is hot, zowel zakelijk als privé. Dat is niet verwonderlijk, de cijfers laten immers zien dat geluk loont. Dat gaat verder dan stijgende verkoopcijfers wanneer het woordje geluk aan een titel wordt toegevoegd. Onderzoek wijst uit dat gelukkige organisaties beter presteren, hetgeen zich vertaalt in omzet, winst en overig bedrijfsresultaat. Bovendien blijken medewerkers die geluk ervaren op de werkvloer drie keer meer kans te hebben op algeheel geluk.

Geluk als doel
Geluk is een resultante, geen doel op zich. Maar ergens lijken we dat te zijn vergeten. Relatietherapeute Esther Perel omschreef het in Zomergasten als volgt: “Je zoekt niet naar geluk. Je voelt je gelukkig als je veel betekenis en bedoeling hebt in je leven.” Ze lijkt daarmee op zingeving te doelen; op de waarde van wat we doen.
Van dikke leasebak naar geluk
In een artikel in de VPRO-gids verklaart geluksprofessor Ruut Veenhoven, Erasmus Universiteit, de opmars van de miljoenenindustrie als gevolg van het oplossen van de meeste problemen, zoals armoede en een lage levensverwachting. Hij haalt de opkomst van de geluksmanagers en happiness officers in organisaties aan. Vergelijk zijn verklaring met de behoeftepiramide van Maslow. In de Westerse maatschappij hoeft in principe niemand zich zorgen te maken over eten, drinken en een dak boven z’n hoofd. Het vangnet aan zorg en sociale voorzieningen maakt dat ook de tweede laag is ingevuld. Waar organisaties lange tijd inzetten op de vierde laag, die van erkenning en waardering, in de vorm van complimentenkaartjes om aan collega’s te geven, dikke leasebakken en powernaps op je flexplek, wordt de workforce nu verleid met geluk.

Geluk volgt zelfontplooiing
Carl Cederström, hoogleraar management in Stockholm, verwijst met betrekking tot onze gelukshunker naar Wilhelm Reich. Reich, leerling van Freud, stelde dat geluk een resultante is van seksuele bevrijding en de ontdekking van je ware (onderdrukte) zelf, van zelfontplooiing. De zelfontplooiing die bovenaan in de piramide van Maslow prijkt. En daarmee zijn we terug bij geluk als resultante van en niet als doel op zich.
Meerwaarde vanuit samenhang
In het artikel in de VPRO-gids stelt Cederström: “In plaats van een geluksideaal dat gebaseerd is op de gedachte dat we ons ware zelf moeten vinden en authentiek moeten zijn, doen we er misschien beter aan op zoek te gaan naar een geluksideaal waarin we zelf wat minder belangrijk zijn en niet per se naar authenticiteit moeten streven. Minder belangrijk in de zin dat we gaan beseffen dat we fundamenteel afhankelijk zijn van elkaar.” Daarmee brengt Cederström geluk terug naar de kern; naar de middelste laag van liefde en verbinding. De laag waar empathie centraal staat.
Gewoon doen verbindt
Het is middelste laag van de behoeftepiramide die alles verbindend is. Juist deze laag, die op onze empathie leunt, laten we bij de prikklok zo vaak staan. Omdat geluk dan wellicht het hoogste goed is, maar emotie op de werkplek nog steeds eng. En dat terwijl we er van nature juist zo goed in zijn; in het kopje soep voor de zieke buurvrouw of een korte aanraking van de omarm om contact te maken. Als we dat nu ook eens doen op de werkplek?! Als we onze natuurlijke vaardigheden meenemen naar ons werk en gebruikmaken van ons emotionele zijn, dan ontstaat onderlinge samenhang. Het is die samenhang die bijdraagt aan verwezenlijking en ons als mens volledig maakt. Dus doe maar gewoon en doe het gewoon!
Doe maar gewoon, dat is gelukkig genoeg
En als jij op dat gewoon doen, op dat waar we van nature zo goed in zijn, het etiket geluk wilt plakken, dan doe je dat. Het is immers waar werken vanuit het hart in resulteert. Daar heb je geen boek over geluk en succes van bol.com voor nodig. Zelfs de Happinez mag je in het tijdschriften rek bij de Appie laten staan.