Waarom eenzijdig schreeuwen niet helpt
Er komt een mail voorbij. Ik word geattendeerd op een initiatief. Een initiatief tegen gratis pitchen. De mail is gericht aan communicatie- en designbureaus. De mail verwijst naar een website. Vanuit mijn achtergrond als communicatiestrateeg herken ik de problematiek. Al enige jaren lijkt gratis pitchen, het investeren van tijd en weggeven van ideeën, de regel. Een regel die afgedwongen wordt door de markt. Even overweeg ik om het initiatief te omarmen en mijn handtekening te plaatsen, maar alles in mijn lichaam roept: ‘NEE!’
Val ik mijn vakgenoten af?
‘Ben ik een afvallige?’ vraag ik mezelf af. ‘Een deserteur?’ ‘Waarom kan ik mijn collega’s niet steunen?’ En weer twijfel ik. Alleen al omdat ik het toejuich dat iemand het onderwerp op de kaart zet en durft te benoemen. Als we dingen niet uitspreken, delen, communiceren, verandert er namelijk niets. En dan kom ik tot het besef dat de wijze waarop het onderwerp op de agenda wordt gezet me weerhoudt. En dat zit ‘m in drie dingen.
Ten eerste: transparant en duidelijk
Hoe vaak ik de mail ook lees of de site bekijk, het is niet duidelijk wat ik onderteken. Onderteken ik een pact met collega’s waarin we afspreken niet gratis te pitchen, onderteken ik een eis aan opdrachtgevers om te betalen voor ideeën of steun ik een tool die tips geeft over het selecteren van een bureau? Wat behelst het initiatief nu precies?
Stel dat ik in mijn relatie tegen iets aanloop, zoals deze zomer. Mijn liefde en ik hebben er weken omheen gezwermd. We konden het niet duiden en maakten het niet specifiek. Het werd van kwaad tot erger. Totdat we de tijd namen om onze gevoelens te onderzoeken en de moed verzamelden om te delen wat ons echt dwars zat. Het herkennen en benoemen van een probleem is best confronterend en niet zonder risico, maar wat blijkt? We kunnen de waarheid aan! Door het concreet benoemen van het probleem konden we het adresseren. Sindsdien giebelen we weer volop, spreken we dezelfde taal en voelen ons verbonden.
Ten tweede: wie adviseert de tandarts over zijn gebit?
Waarom een pact met collega’s ondertekenen via de digitale weg? Op de site staat dat het beste werk ontstaat in vertrouwen en dialoog. Maar waarom ontvang ik dan pas nadat het initiatief is gelanceerd een mail? Waarom zoeken wij elkaar, als gelijksoortige uit het vakgebied, niet op om samen op te trekken en van gedachten te wisselen? Als we dat vertrouwen en die dialoog zo belangrijk vinden, waarom doen we onszelf dan tekort? Er zijn zoveel manieren om te informeren en te betrekken, lekt het soms bij de loodgieter?
Samen met mijn liefde vorm ik een samengesteld gezin. In dat gezin pak ik het niet altijd even handig aan. Zo kan ik mijn bij-kinderen zonder woorden zeggen: ‘Zo doen we dat hier niet.’ Nee, ik pleit er niet voor dat we alles met democratisch bespreken. Het is soms zelfs best fijn als iemand de lead neemt. Het komt echter aan op het hoe. Iets overbrengen of voor elkaar krijgen kan als een dictator of à la Nelson Mandela die de kudde van achter leidt. Om mijn kudde, ons gezin, van achter te leiden, dien ik te zorgen dat ik word begrepen. Ik kan geen betere manier bedenken om dat te doen dan door de gezinsleden mee te nemen en te betrekken.
Ten derde: oude wijn in nieuwe zakken
Mijn laatste punt is dat ik in het initiatief gemeenschappelijkheid en het creatief vermogen van de branche mis. Hoe kun je vertrouwen winnen en samen tot oplossingen komen als je eenzijdig acteert? Waar zijn de opdrachtgevers, de klanten, die het initiatief ondersteunen? Waar is het omdenken gebleven? De WEconomy waarbinnen we vanuit verbondenheid het verschil maken? Duurzaam verschil! Hebben we dan niks geleerd van alle Airbnb’s en Uber’s van deze wereld? Waarom in oude systemen blijven hangen en een wij-tegen-zij creëren als het anders kan? Waar is de 1+1 is samen 3 gebleven?
Ik noemde al hoe mijn lief en ik het deze zomer van kwaad tot erger maakten. Ik herinner me dat ik in eerste instantie steeds harder, feller en korter door de bocht mijn standpunt probeerde duidelijk te maken. Ik dacht dat als ik harder zou schreeuwen, hij mij misschien beter zou begrijpen. Het leidde ertoe dat hij helemaal niet meer luisterde, totdat ik hem vroeg naar wat hij dan voelde. Mijn vragen aan hem en zijn antwoorden daarop, zorgden ervoor dat we samen het probleem herkende en erkende. Vanuit die wederzijdse herkenning kwam de oplossing en ontstond er ruimte voor zoveel meer.
Een liefdesbrief als oplossing voor de wereldproblematiek
Tja, het valt te proberen. Met liefde probeer ik mijn standpunt over te brengen aan de afzender van de site.
Lieve initiatiefnemer(s),
Dank voor je mail. Dank voor de flirt. Kennelijk zie je me staan. In jouw mail vraag je om mijn toewijding. Het spijt me dat ik op dit moment niet kan ingaan op jouw verzoek. Ik heb je mail gelezen en de site bekeken, daar ligt het niet aan. Ook ik zie je staan. Je vraag aan mij is echter te overhaast. Gezien jouw inspanningen wil ik dit graag uitleggen.
Ik ben dol op flirten. Het ogenblik waarop twee blikken elkaar kruisen en ogen net iets te lang blijven hangen. De flirt als opmaat naar verliefdheid. Verliefdheid als de periode van samen ontdekken en verwondering. De periode waarin het zaadje voor duurzame relaties wordt geplant. Je mail doet echter vermoeden dat je mij en jezelf deze periode niet gunt.
Het lijkt erop alsof je in één keer van de flirt wil doorschieten naar de handtekening die ons hecht als in een huwelijkse verbintenis. Een verbintenis die zoveel symboliseert als toewijding. Het doet me denken aan bureaus die meteen doorschieten naar vertaling in middelen. Ik kan me vanuit mijn eigen overtuiging zo kort na jouw mail, de flirt, niet binden. Binden zou in dit geval betekenen dat ik jouw zijn onderschrijf en voorbij ga aan wat ik te brengen heb. Dat is te eenzijdig, dat gun ik jou en mezelf niet. Ik wil namelijk ontdekken of ik je meer kan brengen dan dat jij in je eentje bent. Ik wil voelen of jij me ook meer te bieden hebt. Ik wil de dialoog met je aangaan en elkaar versterken.
Jij stuurde jouw mail niet zonder reden. Je hebt me zien staan. Ik vermoed ook dat je me niet zonder reden vraagt me toe te wijden, dat je weet dat ik me als communicatiestrateeg richt op verbinding vanuit het hart. Als jij in mij, in mijn dromen en vaardigheden gelooft, als jij mij echt ziet staan, vraag me dan niet om met je het huwelijksbootje te stappen. Wees zo goed voor mij en voor jezelf om eerst verliefd te worden en te ontdekken wat we elkaar kunnen brengen.
Ik hoop dat mijn brief je inzicht geeft. Dat je begrijpt waarom ik het initiatief vooralsnog niet onderteken. Deze brief schrijf ik echter niet voor niets. Want mocht je samen willen voelen en ontdekken, bied ik je de dialoog (vooralsnog gratis) aan. Bied ik je aan om als vakbroeders hand in hand lopen, pas dan staan we samen sterk.
Liefs,
Nicoline