Ongelukkig zijn mag
Vandaag is het International Day of Happiness. Vandaag is de hele wereld gelukkig. Een wereld vol geluk zoals Facebook, met tijdlijnen vol zoete glimlachen en kijk mij een blij zijn momenten, ons elke dag van het jaar laat zien. Tijdlijnen die maken dat je instant depressief wordt en de rest van het jaar het liefst met je hoofd diep onder de dekens in bed blijft liggen.
Bruto nationaal geluk
Dat van dat geluk is mooi. Ik begrijp de intentie van de lidstaten van de Verenigde Naties wel die besloten tot de invoering. In mijn vrije vertaling is de Internationale Dag van het Geluk een ijkpunt om stil te staan bij de grotere waarden in het leven. Weg van het economisch winstbejag, oog voor wat werkelijk telt. Het tellen zoals ze dat in Bhutan doen door het bruto nationaal geluk te meten. Een indexering die inzet op het meten van de kwaliteit van leven los van het bruto nationaal inkomen.
Maakt geld gelukkig?
In de kwaliteit van leven als indicator geloof ik. Al is het maar omdat onderzoeken bewijzen dat geld nu eenmaal niet alles is. Zoals nobelprijswinnaar Daniel Kahneman en econoom Angus Deaton van de Amerikaanse Princeton University al eerder aantoonden, zit er een grens aan dat financiële geluk. Kennelijk maakt geld gelukkig tot 58.000 euro per jaar. Daarmee lijkt het eerder een middel om à la de behoeftepiramide van Maslow in onze basisbehoeften te voorzien, dan om onze dromen waar te maken. Inspirerend vind ik financieel topman Dan Price die besloot om de salarissen van zijn medewerkers op te trekken naar 70.000 dollar en dat bedrag ook zelf aan te houden. Een slimme zet zo laat het onderzoek van organisatiepsycholoog dr. Kilian Wawoe zien. De 60.000 euro die hij noemt, lijkt zelfs gelukkiger te maken dan ouderschap.
De chief happiness officer en technisch klantgelukker
Toch blijken de harde euro’s niet los te staan van de blije gezichten. Geluk op de werkvloer of geluk in bedrijf is niet zonder reden een hot item. Zien we de chief happiness officers in grote getale oprukken, zijn we er zelfs in doorgeslagen. Zo adverteerde telefoniebedrijf Voys recent met de functie technische klantgelukker. Als ik de baan al had gewild, dan was ik toch echt op de titel afgehaakt. De keerzijde, het belang van geluk dringt door. Het belang van gelukkige medewerkers. Medewerkers die betrokken en bevlogen zijn. Betrokkenheid en bevlogenheid die zich vertaalt in gelukkige organisaties en gelukkige mensen. En die organisaties presteren dan weer beter. De omzet stijgt, ziekteverzuim loopt terug en de innovatiekracht neemt toe; om er maar een paar te noemen. En daarmee zijn we toch weer terug bij het bruto nationaal product.
Durf ongelukkig te zijn
Dat stilstaan bij geluk, zo gek is dat dus nog niet. Maar we vergeten wat zo voor de hand ligt. Geluk bestaat bij de gratie van ongeluk, zoals ook ongeluk leunt op geluk. Enkel wanneer we ook ruimte bieden aan dat ongelukkig zijn, wanneer we niet verwachten dat tijdlijnen zich vullen met blije glimlachen en zie mij gelukkig zijn momenten, ontstaat er ruimte voor groei. Vandaag is een mooie dag om met die groei te beginnen. Door stil te staan bij wat nu echt gelukkig maakt. Door ook eens een vraag te stellen over ongeluk. Niet weg te duiken wanneer iemand zegt dat het even minder gaat. Door hetgeen zo vaak onbesproken blijft, bespreekbaar te maken. Door stil te staan bij wat telt en bij wat wringt. Door stil te staan daar waar groei ontstaat.
Gebruik die Internationale Dag van het Geluk. Zie het als een moment om jezelf uit te dagen. Om ook eens een anders dan anders vraag te stellen aan de mensen om je heen. Om bij je (on)geluk stil te staan. Wil je het dan delen? Maak je geen zorgen, we zien het vanzelf wel! Tegen geluk kan geen tijdlijn op!